Smartphones op school: wat zijn vandaag de regels in Vlaanderen?

Sinds 1 september 2025 geldt er in Vlaanderen één uniforme regel rond het gebruik van persoonlijke slimme toestellen in het onderwijs.

Smartphones, GSM-toestellen, smartwatches en andere intelligente apparaten die draadloos kunnen verbinden met netwerken of andere toestellen, mogen tijdens de normale aanwezigheid op school niet gebruikt worden.

Dit betekent concreet dat leerlingen, vanaf het moment dat zij op school aankomen tot het einde van de schooldag, deze toestellen niet actief mogen inzetten of bedienen, tenzij er specifiek een uitzondering van toepassing is.

Deze regel geldt zowel voor toestellen die leerlingen zelf meebrengen, als voor toestellen die door de school ter beschikking worden gesteld.

De basisregel

Voor het basis- en secundair onderwijs is het uitgangspunt eenvoudig:

slimme apparaten worden niet gebruikt tijdens de schooltijd.

Voor de derde graad van het secundair onderwijs geldt één nuance. Zij mogen buiten de lessen, dus tijdens bijvoorbeeld middagpauze, hun toestel wél gebruiken indien de school dit toelaat.

Ook in die graad blijft het gebruik tijdens de lessen verboden, behalve wanneer het toestel noodzakelijk is voor een specifiek onderwijsdoel.

Belangrijk! Scholen mogen strengere regels opleggen dan de Vlaamse basisnorm. Zij kunnen dus beslissen dat ook deze derde graad een volledig verbod krijgt voor de volledige schooltijd.

Dit moet telkens opgenomen zijn in het schoolreglement.

Wanneer is gebruik wel toegestaan?

Er bestaan een aantal duidelijk afgebakende uitzonderingen. Gebruik van slimme toestellen is toegelaten:

• wanneer dit nodig is als redelijke aanpassing voor een leerling met een specifieke ondersteuningsnood (bijvoorbeeld een communicatiehulpmiddel)
• om medische redenen (bv. diabetes-monitoring via app of sensor)
• tijdens buitenschoolse activiteiten indien de school toelating geeft
• tijdens stages of werkplekleren, waarbij de regels van de werkplek voorrang hebben
• in uitzonderlijke persoonlijke omstandigheden, wanneer de directie of zijn afgevaardigde hiervoor toestemming geeft

Het gebruik binnen deze uitzonderingen wordt telkens individueel beoordeeld. Het gaat dus nooit om een algemene vrijstelling.

Hoe mag een school handhaven?

Wanneer een leerling toch een toestel gebruikt in strijd met de regels, mag een personeelslid:

• vragen dat het toestel wordt afgegeven
• het toestel tijdelijk bijhouden

Deze tijdelijke bewaring mag echter maximaal tot het einde van de schooldag duren. Het structureel of voor langere tijd bijhouden van toestellen is niet de bedoeling binnen deze regeling.

Wanneer een leerling weigert om het toestel af te geven, kan de school een sanctie opleggen zoals bepaald in haar schoolreglement.

Waarom deze maatregel?

Het verbod is ingevoerd vanuit verschillende beleidsdoelstellingen.

De Vlaamse overheid wil:

• de focus en leerprestaties tijdens de lessen verhogen
• het sociaal klimaat op school verbeteren en de sociale druk rond “mee zijn met de nieuwste toestellen” verminderen
• privacyrisico’s beperken (bv. ongewenste opnames, beelden delen)
• de algemene veiligheid, gezondheid en ontwikkeling van leerlingen beschermen

Het verbod is dus niet enkel een organisatorische afspraak, maar kadert in een bredere visie op gelijke kansen, concentratiebevordering en digitale rust op school.