Boete, rijverbod of rechtbank? Dit riskeert u bij een verkeersovertreding

De Belgische Wegcode vormt de basis van ons verkeersrecht en is essentieel voor de veiligheid op de weg.
Wie deze regels schendt, stelt zich bloot aan sancties die variëren naargelang de ernst en graad van de inbreuk.
Soms volstaat een administratieve geldboete, maar bij zwaardere feiten kan de bestuurder worden gedagvaard voor de politierechtbank, met mogelijk ingrijpende straffen tot gevolg.


Administratieve afhandeling: onmiddellijke inning of minnelijke schikking

In de meeste gevallen worden verkeersovertredingen administratief afgehandeld, zonder tussenkomst van de politierechtbank.

U ontvangt een een voorstel tot onmiddellijke inning of een minnelijke schikking.

Betaalt u binnen de gestelde termijn (meestal 15 dagen), dan is de zaak afgesloten en volgt er geen vervolging.

De bedragen variëren doorgaans tussen € 58,00 en € 174,00, afhankelijk van de graad van de overtreding.


Let op! Wie de boete niet betaalt of de feiten betwist, riskeert dat het dossier wordt doorgestuurd naar de politierechtbank.


Wanneer volgt een dagvaarding?

Niet elke overtreding blijft beperkt tot een administratieve boete.

Bij ernstige feiten, herhaling of weigering om te betalen beslist het parket om u voor de politierechtbank te dagvaarden.

De politierechter onderzoekt het dossier en beoordeelt zowel de schuldvraag als de gepaste straf.

De zitting verloopt publiek, en u mag zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een advocaat.

De rechter beschikt over uitgebreide bevoegdheden en kan verschillende soorten straffen opleggen, afhankelijk van de omstandigheden van het geval.


Welke sancties kan de politierechtbank opleggen?

De sancties die de politierechter kan opleggen, worden opgedeeld in hoofdstraf en bijkomende straf.

De hoofdstraf vormt de kern van de bestraffing, terwijl bijkomende maatregelen de verkeersveiligheid moeten herstellen of waarborgen.


Hoofdstraffen

Hoofdstraffen vormen de primaire sancties die een rechter kan opleggen bij een verkeersovertreding of misdrijf.

Ze staan centraal in de bestraffing en kunnen alleen of samen met bijkomende straffen worden uitgesproken.


 1.  Geldboete

De geldboete is de meest toegepaste straf in het verkeersrecht.

Het bedrag hangt af van de graad van overtreding: lichte inbreuken leiden tot beperkte boetes, terwijl zware overtredingen - zoals rijden onder invloed of keren op de autosnelweg - duizenden euro’s kunnen kosten.

Door de toepassing van opdeciemen ligt het uiteindelijke bedrag vaak acht keer hoger dan het wettelijke basisbedrag.


 2.  Gevangenisstraf

Een gevangenisstraf komt enkel voor bij zware of herhaalde verkeersovertredingen.

Ze is verplicht bij onopzettelijke doding door een verkeersongeval (artikel 419 Strafwetboek) en mogelijk bij feiten zoals vluchtmisdrijf of gevaarlijk rijgedrag met gewonden.


 3.  Werkstraf 

Een werkstraf houdt in dat u onbetaald werk verricht ten voordele van de gemeenschap.

Ze vervangt een geldboete of gevangenisstraf en wordt enkel opgelegd als de betrokkene akkoord gaat.

De werkstraf duurt minimaal 20 en maximaal 300 uur.


 4.  Autonome probatiestraf

De rechter kan ook een autonome probatiestraf opleggen, waarbij u bepaalde voorwaarden moet naleven gedurende een periode van 6 maanden tot 2 jaar.

Dat kan gaan om begeleiding, een verkeersopleiding of het verbod om nieuwe overtredingen te begaan.

Ook hier is instemming vereist.


 5.  Elektronisch toezicht

Wanneer een gevangenisstraf gepast lijkt, kan de rechter beslissen om die onder elektronisch toezicht uit te voeren.

De duur komt overeen met de voorziene gevangenisstraf (meestal 1 maand tot 1 jaar), en de betrokkene mag enkel op bepaalde momenten de woning verlaten, bijvoorbeeld om te werken.


Bijkomende straffen

Bijkomende straffen zijn aanvullende maatregelen die de rechter oplegt naast de hoofdstraf, met het oog op verkeersveiligheid en herstel.

Ze vervangen geen hoofdstraf, maar vullen die aan.


 1.  Rijverbod

Het rijverbod kan tijdelijk of definitief zijn, met een duur van 8 dagen tot 5 jaar.

In uitzonderlijke gevallen kan de rechter ook een levenslang rijverbod opleggen.

De wet maakt onderscheid tussen:

  • een facultatief rijverbod (naar beoordeling van de rechter), en
  • een verplicht rijverbod, bijvoorbeeld bij zware alcoholintoxicatie of onopzettelijke doding.

Belangrijk! Een onmiddellijke intrekking van het rijbewijs door het parket is geen straf, maar een voorlopige veiligheidsmaatregel.

De rechter kan deze periode later aftrekken van het rijverbod.


  2.  Alcoholslot

Bij rijden onder invloed kan de rechter bepalen dat u enkel nog met een alcoholslot rijdt.

Dit apparaat verhindert dat het voertuig start wanneer u alcohol gedronken hebt.

De maatregel geldt voor 1 tot 5 jaar en is verplicht bij een alcoholpromillage van 1,8 of meer.


 3.  Verbeurdverklaring van het voertuig

Wanneer het voertuig werd gebruikt bij het misdrijf - bijvoorbeeld bij herhaald rijden zonder rijbewijs of illegale straatraces - kan de rechter het verbeurd verklaren.

U verliest dan definitief het eigendomsrecht.

Bij een tijdelijke immobilisering daarentegen blijft het voertuig uw eigendom, maar mag u het tijdelijk niet gebruiken.


 4.  Herstelexamens en onderzoeken

De rechter kan het herstel van uw rijrecht afhankelijk maken van een theoretisch of praktisch rijexamen, een medisch of psychologisch onderzoek, of een bijscholing.

Pas na een positief resultaat mag u opnieuw rijden.

Dit moet aantonen dat u veilig en verantwoord aan het verkeer kunt deelnemen.

De informatie via evocaat.be verstrekt is geen juridisch advies over specifieke juridische problemen. Evocaat.be is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor enige schade die veroorzaakt wordt door gebruik van deze informatie. Voor persoonlijk juridisch advies dient u een advocaat te contacteren.

Laatst gewijzigd
14/10/2025
Geschreven door
Thema's
Regio
Posts op evocaat.be
Print dit artikel

Vind een advocaat binnen dit thema

De Belgische Wegcode vormt de basis van ons verkeersrecht en is essentieel voor de veiligheid op de weg.
Wie deze regels schendt, stelt zich bloot aan sancties die variëren naargelang de ernst en graad van de inbreuk.
Soms volstaat een administratieve geldboete, maar bij zwaardere feiten kan de bestuurder worden gedagvaard voor de politierechtbank, met mogelijk ingrijpende straffen tot gevolg.


Administratieve afhandeling: onmiddellijke inning of minnelijke schikking

In de meeste gevallen worden verkeersovertredingen administratief afgehandeld, zonder tussenkomst van de politierechtbank.

U ontvangt een een voorstel tot onmiddellijke inning of een minnelijke schikking.

Betaalt u binnen de gestelde termijn (meestal 15 dagen), dan is de zaak afgesloten en volgt er geen vervolging.

De bedragen variëren doorgaans tussen € 58,00 en € 174,00, afhankelijk van de graad van de overtreding.


Let op! Wie de boete niet betaalt of de feiten betwist, riskeert dat het dossier wordt doorgestuurd naar de politierechtbank.


Wanneer volgt een dagvaarding?

Niet elke overtreding blijft beperkt tot een administratieve boete.

Bij ernstige feiten, herhaling of weigering om te betalen beslist het parket om u voor de politierechtbank te dagvaarden.

De politierechter onderzoekt het dossier en beoordeelt zowel de schuldvraag als de gepaste straf.

De zitting verloopt publiek, en u mag zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een advocaat.

De rechter beschikt over uitgebreide bevoegdheden en kan verschillende soorten straffen opleggen, afhankelijk van de omstandigheden van het geval.


Welke sancties kan de politierechtbank opleggen?

De sancties die de politierechter kan opleggen, worden opgedeeld in hoofdstraf en bijkomende straf.

De hoofdstraf vormt de kern van de bestraffing, terwijl bijkomende maatregelen de verkeersveiligheid moeten herstellen of waarborgen.


Hoofdstraffen

Hoofdstraffen vormen de primaire sancties die een rechter kan opleggen bij een verkeersovertreding of misdrijf.

Ze staan centraal in de bestraffing en kunnen alleen of samen met bijkomende straffen worden uitgesproken.


 1.  Geldboete

De geldboete is de meest toegepaste straf in het verkeersrecht.

Het bedrag hangt af van de graad van overtreding: lichte inbreuken leiden tot beperkte boetes, terwijl zware overtredingen - zoals rijden onder invloed of keren op de autosnelweg - duizenden euro’s kunnen kosten.

Door de toepassing van opdeciemen ligt het uiteindelijke bedrag vaak acht keer hoger dan het wettelijke basisbedrag.


 2.  Gevangenisstraf

Een gevangenisstraf komt enkel voor bij zware of herhaalde verkeersovertredingen.

Ze is verplicht bij onopzettelijke doding door een verkeersongeval (artikel 419 Strafwetboek) en mogelijk bij feiten zoals vluchtmisdrijf of gevaarlijk rijgedrag met gewonden.


 3.  Werkstraf 

Een werkstraf houdt in dat u onbetaald werk verricht ten voordele van de gemeenschap.

Ze vervangt een geldboete of gevangenisstraf en wordt enkel opgelegd als de betrokkene akkoord gaat.

De werkstraf duurt minimaal 20 en maximaal 300 uur.


 4.  Autonome probatiestraf

De rechter kan ook een autonome probatiestraf opleggen, waarbij u bepaalde voorwaarden moet naleven gedurende een periode van 6 maanden tot 2 jaar.

Dat kan gaan om begeleiding, een verkeersopleiding of het verbod om nieuwe overtredingen te begaan.

Ook hier is instemming vereist.


 5.  Elektronisch toezicht

Wanneer een gevangenisstraf gepast lijkt, kan de rechter beslissen om die onder elektronisch toezicht uit te voeren.

De duur komt overeen met de voorziene gevangenisstraf (meestal 1 maand tot 1 jaar), en de betrokkene mag enkel op bepaalde momenten de woning verlaten, bijvoorbeeld om te werken.


Bijkomende straffen

Bijkomende straffen zijn aanvullende maatregelen die de rechter oplegt naast de hoofdstraf, met het oog op verkeersveiligheid en herstel.

Ze vervangen geen hoofdstraf, maar vullen die aan.


 1.  Rijverbod

Het rijverbod kan tijdelijk of definitief zijn, met een duur van 8 dagen tot 5 jaar.

In uitzonderlijke gevallen kan de rechter ook een levenslang rijverbod opleggen.

De wet maakt onderscheid tussen:

  • een facultatief rijverbod (naar beoordeling van de rechter), en
  • een verplicht rijverbod, bijvoorbeeld bij zware alcoholintoxicatie of onopzettelijke doding.

Belangrijk! Een onmiddellijke intrekking van het rijbewijs door het parket is geen straf, maar een voorlopige veiligheidsmaatregel.

De rechter kan deze periode later aftrekken van het rijverbod.


  2.  Alcoholslot

Bij rijden onder invloed kan de rechter bepalen dat u enkel nog met een alcoholslot rijdt.

Dit apparaat verhindert dat het voertuig start wanneer u alcohol gedronken hebt.

De maatregel geldt voor 1 tot 5 jaar en is verplicht bij een alcoholpromillage van 1,8 of meer.


 3.  Verbeurdverklaring van het voertuig

Wanneer het voertuig werd gebruikt bij het misdrijf - bijvoorbeeld bij herhaald rijden zonder rijbewijs of illegale straatraces - kan de rechter het verbeurd verklaren.

U verliest dan definitief het eigendomsrecht.

Bij een tijdelijke immobilisering daarentegen blijft het voertuig uw eigendom, maar mag u het tijdelijk niet gebruiken.


 4.  Herstelexamens en onderzoeken

De rechter kan het herstel van uw rijrecht afhankelijk maken van een theoretisch of praktisch rijexamen, een medisch of psychologisch onderzoek, of een bijscholing.

Pas na een positief resultaat mag u opnieuw rijden.

Dit moet aantonen dat u veilig en verantwoord aan het verkeer kunt deelnemen.

De informatie via evocaat.be verstrekt is geen juridisch advies over specifieke juridische problemen. Evocaat.be is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor enige schade die veroorzaakt wordt door gebruik van deze informatie. Voor persoonlijk juridisch advies dient u een advocaat te contacteren.

Laatst gewijzigd
14/10/2025
Geschreven door
Evocaat - Juridisch

Achter de schermen zijn wij druk aan het werk om dit platform te optimaliseren!

Wist u dat ons platform voortdurend in opbouw is? Zo kunnen wij u continu ondersteunen met actuele informatie!