Wanneer wordt een brief officieel als ontvangen beschouwd?
Wanneer u een officiële brief ontvangt van een rechtbank, een deurwaarder, een advocaat of een overheidsdienst, is het vaak belangrijk om te weten vanaf welk moment een wettelijke termijn begint te lopen.
Denk aan de termijn om beroep in te stellen, om te reageren op een beslissing of om een verplichting na te komen.
De wet bepaalt daarom zeer precies wanneer u geacht wordt een brief of elektronische kennisgeving te hebben ontvangen, zelfs als u de brief op dat moment niet hebt gezien of geopend.
Wat betekent “geacht ontvangen te zijn”?
De wet gaat niet uit van het moment waarop u een brief werkelijk leest of fysiek in handen krijgt.
In plaats daarvan gebruikt ze het principe van de wettelijke ontvangst: het ogenblik waarop u, volgens de wet, wordt beschouwd als iemand die de brief heeft ontvangen. Dit moment bepaalt vanaf wanneer een wettelijke termijn begint te lopen, ook als u op vakantie bent, de brief niet afhaalt of hem pas dagen later opent.
Het doel van deze regeling is rechtszekerheid. Iedereen moet kunnen weten wanneer een termijn begint, en dat moet niet afhangen van toevalligheden zoals afwezigheid, vertraging bij het afhalen of het niet openen van de brief.
Wanneer wordt u geacht een brief ontvangen te hebben?
1. Gerechtsbrieven en aangetekende brieven met ontvangstbewijs
Wanneer een gerechtsbrief of een aangetekende zending met ontvangstbewijs op uw woonplaats wordt aangeboden, wordt u geacht de brief te hebben ontvangen op de dag van de aanbieding. De wettelijke termijn begint vervolgens op de dag die daarop volgt.
Dit geldt zelfs wanneer u de zending pas later ophaalt of weigert te ondertekenen.
Voorbeeld:
Als de brief op 5 maart wordt aangeboden, begint de termijn automatisch te lopen op 6 maart.
2. Aangetekende brieven zonder ontvangstbewijs en gewone brieven
Wanneer een brief wordt verstuurd per gewone post of per aangetekende zending zonder ontvangstbewijs, gaat de wet uit van een vermoeden van ontvangst. In dat geval wordt u geacht de brief te hebben ontvangen op de derde werkdag na de verzending. De termijn begint dan te lopen op de daaropvolgende dag.
U kunt wel aantonen dat u de brief effectief later hebt ontvangen; in dat geval geldt die latere datum.
Voorbeeld:
Wordt de brief op maandag verzonden, dan wordt u geacht hem op donderdag te hebben ontvangen en start de termijn op vrijdag.
3. Kennisgevingen tegen gedagtekend ontvangstbewijs
Wanneer u persoonlijk tekent voor de ontvangst van een document, wordt de brief geacht op de dag van de ondertekening te zijn ontvangen. De termijn begint dan te lopen de dag nadien.
Dit gebeurt vaak bij kennisgevingen via een gerechtsdeurwaarder of bij administratieve diensten.
4. Elektronische kennisgevingen
Wanneer een kennisgeving elektronisch wordt verstuurd naar uw gerechtelijk elektronisch adres, wordt deze geacht ontvangen te zijn op de dag waarop het bericht in uw elektronische inbox toekomt.
De termijn begint vervolgens op de eerstvolgende dag te lopen, ongeacht of u het bericht effectief opent of niet.
Waarom zijn deze regels zo belangrijk?
Het juiste startpunt van een termijn kan cruciaal zijn. Het bepaalt:
- of u een beroep nog tijdig kunt instellen;
- of uw reactie geldig is ingediend;
- of een beslissing definitief wordt;
- en of u bepaalde rechten niet verliest door een te late actie.
Een vergissing van één dag kan ernstige gevolgen hebben. Door deze wettelijke regels weet u precies wanneer een termijn begint, ongeacht hoe of wanneer u de brief daadwerkelijk ontvangt.
De informatie via evocaat.be verstrekt is geen juridisch advies over specifieke juridische problemen. Evocaat.be is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor enige schade die veroorzaakt wordt door gebruik van deze informatie. Voor persoonlijk juridisch advies dient u een advocaat te contacteren.