Wie heeft recht op een arbeidsongeschikheidsuitkering?

Als werknemer of werkloze kunt u onder bepaalde voorwaarden recht hebben op een arbeidsongeschiktheidsuitkering.

Hieronder leest u in duidelijke stappen hoe u arbeidsongeschiktheid aangeeft, wanneer u dat moet doen, en welke regels gelden voor het behoud van uw rechten.

Voorwaarden voor een uitkering bij arbeidsongeschiktheid

Niet iedereen die arbeidsongeschikt is, heeft automatisch recht op een uitkering.

U moet voldoen aan de volgende criteria:

Wachttijd:

U moet een periode van 12 maanden hebben doorlopen voordat u aanspraak kunt maken.

Minimale arbeidsperiode:

Voltijds werkenden of werklozen: Minstens 180 gewerkte dagen binnen de afgelopen 12 maanden. Ook bepaalde niet-gewerkte dagen, zoals vakantie of werkloosheid, kunnen meetellen.

Deeltijds werkenden: Minimaal 800 gewerkte uren in 12 maanden. Bij onvoldoende uren kan deze periode worden verlengd tot 36 maanden.

Socialezekerheidsbijdragen:

U moet voldoende sociale bijdragen hebben betaald.

Erkenning door een arts:

U moet volledig stoppen met werken om gezondheidsredenen.

Uw arbeidsongeschiktheid moet door de adviserend arts worden vastgesteld als meer dan 66%, gebaseerd op uw laatst uitgevoerde beroep en andere beroepen die u met uw opleiding zou kunnen uitvoeren.

Hoe meldt u dat u arbeidsongeschikt bent?

Meld uw arbeidsongeschiktheid tijdig om recht te behouden op een uitkering. Vraag het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid aan bij uw ziekenfonds of download het via hun website. 

Laat het document vervolgens invullen door uw behandelend arts. Dien het daarna in bij uw ziekenfonds, dit kan per post, persoonlijk met ontvangstbevestiging, of in sommige gevallen digitaal via uw huisarts.

Zorg ervoor dat u binnen de gestelde termijn aangifte doet om sancties of verlies van rechten te voorkomen.

Wanneer moet u uw arbeidsongeschiktheid melden?

De tijdslimiet voor het melden van arbeidsongeschiktheid hangt af van uw status:

• Voor arbeiders: U hebt 14 kalenderdagen, inclusief de eerste ziektedag.
  
• Voor bedienden: U hebt 28 kalenderdagen, inclusief de eerste ziektedag.
  
• Voor werklozen: U hebt 7 kalenderdagen, exclusief de eerste ziektedag.
  

Uitzonderingen:

Tijdens een ziekenhuisopname hoeft u niets te melden. Doe dit wel direct na ontslag. Als de deadline op een weekend of feestdag valt, verschuift deze naar de eerstvolgende werkdag.

Gevolgen van een te late melding:

Bij te late aangifte wordt uw uitkering met 10% per dag verlaagd, gerekend vanaf de dag waarop u recht zou hebben tot de dag van aangifte. In uitzonderlijke gevallen, zoals bij overmacht of een laag gezinsinkomen, kan het ziekenfonds afzien van een verlaging.

Wie bepaalt hoe lang u arbeidsongeschikt bent?

De behandelend arts geeft een begin- en einddatum van uw arbeidsongeschiktheid aan op het getuigschrift. De adviserend arts van uw ziekenfonds controleert dit en kan:

• De voorgestelde data accepteren. U ontvangt hiervan schriftelijk bericht.
• U oproepen voor een medisch onderzoek om de einddatum aan te passen.

In beide gevallen ontvangt u schriftelijke bevestiging van de uiteindelijke beslissing.

Uw arbeidsongeschiktheid kan herzien worden

Een erkenning door de adviserend arts is geen garantie voor de toekomst. Uw situatie wordt regelmatig geëvalueerd:

Tijdens het eerste jaar (primaire arbeidsongeschiktheid):

De adviserend arts beoordeelt of uw arbeidsongeschiktheid verlengd of beëindigd wordt. Vanaf de zevende maand kan ook de Geneeskundige Raad voor Invaliditeit beslissingen nemen.

Na het eerste jaar (invaliditeitsfase):

Uw arbeidsongeschiktheid kan worden verlengd door de Geneeskundige Raad, op voorstel van de adviserend arts.

Uw erkenning kan ook worden beëindigd.